Een druilerige woensdagochtend, begin februari. Ik heb een uurtje over en stap op de fiets. Eigenlijk is het geen weer om de pedalen eens flink rond te trappen. Het is mistig, koud en er staat een guur windje. Maar dat laatste heb ik pas door als ik voorbij de hobbytuintjes ben en de Vlaardingse Vaart ga volgen. Ik twijfel. Ga ik wel verder? Zo is het toch niet leuk meer? Toch zet ik door en om de uitdaging nog groter te maken kies ik het wandelpad bovendijks langs de vaart. Als ik mijn balans en cadans heb gevonden, waag ik een blik op de omgeving en ik word bevangen door een enorm geluksgevoel. Wat is het hier mooi!
Meerkoeten
Door de mist is het onmogelijk om verder te kijken dan het riet aan de overkant. Mijn wereld is opeens piepklein. Voor mijn wiel langs schieten meerkoeten luid protesterend het grijze water in. Verder is het stil. De vergelijking met een natuurgebied als De Wieden in Overijssel is met al dit water en riet snel gemaakt. Daar maakte ik een paar maanden geleden nog een stevige wandeling, na eerst bijna twee uur in de auto te hebben gezeten. En hier liggen de prachtige vlietlanden in mijn achtertuin! Gewoon de fiets uit de schuur en gaan!
Oase
Het licht is anders op zo’n winterse dag. Het lijkt alsof je dingen scherper ziet. Ik rijd langs het gemaal, prachtig weggewerkt tegen de dijk. Vervolgens Café Vlietzicht. In de zomer één en al bedrijvigheid, ideale tussenstop tijdens een vaar- of fietstochtje, nu een oase van rust. Dan kiezen: rechtdoor het fietspad op richting Holyweg of linksaf de Willemoordseweg. Het wordt linksaf, genieten van de oude boerderijen. Ik kijk goed om me heen, want bij één ervan heb ik ooit eens voor het eerst van mijn leven (en tot nu toe voor het laatst) een specht gezien. Ik kende hem alleen van foto’s en van de roffelende geluiden in natuurfilms. Vervolgens arriveer ik bij De Kapel. De bordjes van dit gehucht staan er volgens mij nog niet zo lang en van de naam had ik eerlijk gezegd ook nog nooit gehoord. Eén keer de trappers rond en je bent er weer uit, maar dan ben je er wel even geweest.
Wind in de rug
Het wordt tijd om het rondje af te maken via de Zouteveenseweg. Om een uur of tien is het er zo rustig, dat je je niet kunt voorstellen dat er pollers voor nodig waren om het hier tijdens de spits weer een beetje leefbaar te maken. Dit laatste traject is altijd langer dan je denkt. Al heb ik geen klagen, want nu heb ik duidelijk de wind in de rug. Wat ik aan deze weg heel bijzonder vind, is dat je een sloot kruist die door het landschap meandert. Een ander woord is er eigenlijk niet voor en het is net alsof zo’n watertje hier helemaal niet hoort. Het is meer een beek en die verwacht je in een glooiend landschap. Maar hier is de aarde zo plat als een dubbeltje.
Ik zie onderweg nog zwanen, ganzen, meeuwen en waterhoentjes. Niks bijzonders eigenlijk, maar toch. Door de aanhoudende mist is de bebouwing van Delft, Vlaardingen en Schiedam nauwelijks te zien. Voor ik het weet rijd ik Schipluiden weer binnen. Het was een geweldig guur uurtje. Gewoon, in Midden Delfland.
Pingback: De Zouteveen, het mooiste stukje Nederland - José van Winden Tekstproducties