Vandaag is het 30 graden, zonnig, een beetje broeierig. Is dat een betere dag om te fietsen? Er zijn in ieder geval meer mensen onderweg dan op de druilerige fietstochten hiervoor. Veel clubjes grijzende dames en heren met zonnekleppen of -petjes op. Ze hebben blijkbaar ook wat moeite met de hitte, want ze houden zich opvallend rustig. Ik trap intussen stevig door. Ik begin langs de Vlaardingse vaart. Later lees ik in lokaal nieuwsblad “De Schakel” dat ik hier ergens, nog voor het Trekpontje, beschilderde boerenhekken had moeten zien. Helaas, even gemist. Jammer, want onze jongste heeft hier ook zijn steentje aan bijgedragen.
Eenmaal bij het Trekpontje lees ik op een bord dat deze helaas tijdelijk uit de Vaart is genomen. Waarom verbaast me dat niet? De tekst op dit bord blijkt echter wat voorbarig, want het pontje vaart gewoon, mits je er genoeg trekkracht in stopt. Ik trap intussen door, achter café Vlietzicht langs, richting Vlaardingen. Vlakbij de Holyweg staat een bord met een plattegrond van het recreatiegebied Midden-Delfland. Aangezien ik zonder vaste plannen op de fiets ben gestapt, pauzeer ik hier even om te bedenken waarheen de weg mij zal leiden. Het is een vreemde kaart. Het lijkt namelijk of de eronder staande legenda helemaal niet bij de kaart hoort of andersom. Ik zie allemaal rode stippellijnen en dat zouden nog aan te leggen fietspaden moeten zijn. Blijkbaar is iets of iemand vannacht heel ijverig bezig geweest, want ik zie de grijze asfaltstrepen zich al duidelijk door de weilanden aftekenen. Ik vind mezelf bovendien heel slim, als ik vaststel dat alle zonnetjes die staan aangegeven de verschillende gemalen moeten zijn. Deze kaartenmakers zien het motto “Midden-Delfland, het ontdekken waard” blijkbaar wel heel letterlijk. Ontdekken, in de zin van…zoek het zelf maar uit…
Ik herinner me opeens een verhaal dat ik een paar jaar geleden ergens in deze polders verzonnen had. Ik zag er een boer zijn slootje baggeren en was stomverbaasd dat er een paar ooievaars vlak achteraan scharrelden. Die aasden natuurlijk op alle dieren die tussen het slijk vandaan schoten. Ik bedacht de opzet voor een modern sprookje over een boer en een boerin die graag kinderen willen, maar ze niet kunnen krijgen. Dit verandert op het moment dat ze een deal weten te sluiten met een ooievaar die kikkers probeert te vangen in hun sloot. Als opzet was het erg geslaagd, maar vervolgens heb ik er niets meer mee gedaan.
Ik volg al mijmerend een nieuw fietspad, parallel aan de Holyweg en later ook de Woudweg, en doorklief zo de polder zonder enige beschuttting. Ik krijg onderhand dorst en heb het gevoel alsof ik een groene woestijn aan het bedwingen ben. Een halve liter water is in deze omstandigheden echt niet genoeg. Ik zou Schiedam niet eerder hebben aangeduid als een oase, maar door de bomen die bij de eerste bebouwing staan voelt het wel zo. Eindelijk verkoeling! Hopelijk kan ik hier snel ergens aanschuiven voor een koude ijsthee! De parkzoom langs de stadswijk blijkt toch nog Vlaardingen te zijn geweest, want aan het einde van het fietspad ga ik linksaf, langs de tramlijn en rijd ik volgens een bord zo Vlaardingen uit.
Nu ben ik in Niemandsland, op een fietspad langs een drukke doorgaande weg met aan beide kanten bebouwing, maar geen bordje met Welkom in Schiedam. Waar moet ik heen? Een bord met daarop “Natuurcentrum de Boshoek” redt mij. Het was één van mijn herkenningspunten op de wazige kaart. Ik heb wel eens vaker het plan gehad om daar te gaan kijken, vooral omdat ze er regelmatig roofvogelshow hebben. (Die overigens niet meer mogen van Natuurbeschermers…) Uiteraard is dat centrum dicht op deze warme maandagmorgen. Een andere keer dan maar weer…
En dan..sta ik van het ene op het andere moment in het oude kerkdorp (de) Kethel. Een waanzinnig plekje, zo uit een geschiedenisboek; je hoort de karren er ratelen over de keien. Mijn wieg heeft er gestaan en die van Rien Poortvliet, geloof ik. Spontaan neurie ik “Langs het tuinpad van mijn vader”. De betovering wordt verbroken als scooters voorbij razen. Jammer, de klinkers maken weer plaats voor asfalt. Bij een BP Station koop ik wat te drinken. Helaas geen broodjes. Ik krijg een treurig verhaal te horen over een bevoorrader die het van de ene op de andere dag af heeft laten weten. Mevrouw zit blijkbaar om een praatje verlegen en ik vind het ook wel even gezellig. Schiedammers onder elkaar enzo…
Ik had gepland om via de Poldervaart naar de Schie te fietsen, maar als vanzelf kom ik op de Harreweg richting Delft uit. Dat moet dan maar. Ik voel de zon branden op mijn rug en zoek schaduw in een kleine boomgaard langs de kant van de weg. En terwijl ik me (te laat) insmeer met zonnebrand zie ik ze opeens in het weiland, net aan de andere kant van de sloot: één, nee twee, nee, zelfs drie ooievaars. Wat zijn het toch een prachtig statige beesten! Blauwe reigers zijn ook mooi, heel prehistorisch en fazanten zijn bijzonder kleurig, maar ja, daar wordt je hier toch een soort van mee doodgegooid. Een ooievaar daarentegen blijft een heel tikkie bijzonderder. Ik blijf lang staan kijken en fiets dan snel terug naar huis.
Eenmaal weer binnen ga ik op zoek naar dat onafgemaakte sprookje, want dit moet toch echt een teken van boven zijn geweest?! Schrijven, kreng! Maak gebruik van die inspiratie!