Afgelopen zaterdag waren man, tienjarige zoon en ik op De Parade in Den Haag. We hebben daar een voorstelling bijgewoond die bedoeld was voor kinderen, maar vooral ook erg vermakelijk was voor mij. Twee broers, daar ging het over. Jonge gastjes van 10 en 12 jaar oud met een hut. Met hun eeuwige gestoei, hun eigen code, hun onverbrekelijke band. Waar een scheur in komt. Door een meisje. Natuurlijk door een meisje.
Intrigant
Vanaf het moment dat Quincy van Driesten op zijn crossfietsje in supermankostuum het podium bestormd is hij Lars, 10 jaar. En Serge Hogenbirk is zonder twijfel de grote broer, die hoopt dat alles hetzelfde blijft als hij straks naar de middelbare school gaat. De hut is heilig, maar wordt ontheiligd door de tussenkomst van een meisje. Pandora noemt ze zichzelf. Een heel slim meisje, dat vooral een heel stoer meisje wil zijn en blijven, maar eigenlijk al op de drempel van volwassenheid staat. De intrigante wordt gespeeld door Floor Leene, die ook de teksten schreef.
Intrigerend
Ik vond het een intrigerend stuk. Zoals ik het ook intrigerend vond om Tjitske Reidinga in de huid van een 10-jarige te zien kruipen in Sophie. Acteren is toch een vorm van magie, of nie? Prachtig om zo via hen in de huid van kinderen te kruipen. En daarnaast vond ik het natuurlijk ook bar interessant om te zien hoe groot het verschil is met film. Hele lappen tekst kwamen volkomen vloeiend en natuurlijk uit de mond van Lars. Dialoog die nodig is ter verduidelijking van het plot en hem als personage. Tekst die je in een film nooit zult zien of horen. Daar doe je het met beeld. En in een roman of verhaal duidt je dingen juist door interne monologen en gedachtenstromen.
Kiezen
Soms duizelt dit mij. Hoe kan ik die drie verteltechnieken ooit echt goed onder de knie krijgen? Is het niet beter om te kiezen voor het één of het ander voor ik alles door elkaar ga halen? Maar nee. Ik ga voor mijn eigen gevarieerde Parade: binnenkort ga ik weer aan de slag met een musical, ik wil voor september een plan indienen voor een kinderfilm en ondertussen werk ik aan roman Weekendje weg, mijn prentenboek en andere verhalen. Ik probeer van iedere discipline weer iets mee te krijgen en steeds te verbeteren. Dat doe ik door veel te lezen, veel te schrijven, maar vooral ook door veel te zien. Om zo iets van de magie op te kunnen pikken.
Ook Vonk zien? Kijk hier.