De avonturen van Wilke van Winden, deel 1: Operatie Smartboard

Op 8 maart 2011 is het zover: de eerste toneelles! Schoorvoetend komen 13 kinderen in clubjes of alleen de speelzaal van de kleuters binnen. Het is een gemêleerd gezelschap. De oudste is elf, de jongste nog 8. De één is druk, de ander juist heel verlegen. De jongens trekken ballen van het rek en schoppen ertegen. De meisjes kletsen een beetje, sommigen klauteren in de speeltoestellen die nog staan opgesteld. We bekijken het met interesse van een afstandje. Het is voor ons allemaal nieuw. De meeste kinderen kennen elkaar, in ieder geval van gezicht, maar dit is een hele nieuwe situatie. We nemen de tijd voor limonade, een koekje en het doorspreken van de regels. Er is één meisje dat al eerder toneel heeft gespeeld. Zij knikt begrijpend als ze de regels hoort. Eén ervan is: “We spelen hier rollen, een rol is nooit goed of fout. We mogen lachen om de rol die iemand speelt, maar we lachen elkaar nooit uit.” Dat is duidelijk. We beginnen met wat spelletjes. Eerst om de namen te leren kennen, daarna om te oefenen in het spelen van emoties. Wat doe je om te laten zien dat je blij bent? En kun je dat ook van klein naar groot opbouwen?

Een passende rol

Eén jongen hangt de clown uit. Hij hangt ondersteboven in een klimrek en maakt babygeluiden. Het is in eerste instantie lastig om hem mee te laten doen. We vragen ons af wat voor hem een geschikte rol zou zijn. Als clown of als verteller? Eén meisje heeft zich op het allerlaatste moment pas opgegeven. Ze houdt zich ook nogal afzijdig van de groep. Waarom doet ze eigenlijk mee? Is dat omdat ze moet? Dit zijn de vragen die ons bezighouden. We proberen de kinderen alvast in een rol te zien. In hoeverre kunnen ze die dragen? En kunnen ze iets van zichzelf erin kwijt? Het basisscript voor een toneelstuk van ca. een half uur ligt al klaar. Het plot, de plotwendingen, de arena, de meeste personages. Maar de eerste drie lessen zijn bedoeld om de toneelspelers en hun talenten te leren kennen. We willen het script zo goed als het kan aanpassen aan de acteurs. Het zou het mooiste zijn als de kinderen boven zichzelf uitstijgen in een rol die ze past als een handschoen.

Script

In de derde les krijgen de kinderen voor het eerst een stuk van het script te lezen. We verdelen de rollen en lezen een paar scènes hardop met elkaar door. De eerste reacties zijn goed. Het is een verhaal over schoolkinderen die te maken krijgen met een digiboard dat op hol is geslagen. Samen lossen ze het raadsel op. We hebben geprobeerd iedereen evenveel toneeltijd te geven, maar dat is soms lastig. We verzinnen er een paar rolletjes bij om er voor te zorgen dat iedereen goed gezien en gehoord wordt. Het blijkt dat bepaalde rollen al direct favoriet zijn. En hoewel de rolverdeling bij deze repetitie nog niet definitief is, blijken de kinderen zich snel te hechten aan een personage. Maar diegene die we als verteller hadden aangewezen, blijkt veel moeite te hebben met het lezen van lange stukken tekst. En een ander blijkt juist veel meer tekst aan te kunnen. Daarom verdelen we voor de vierde les de rollen opnieuw. Dit is voor sommige kinderen een behoorlijke teleurstelling.

Tutjes

De vierde les verloopt wat chaotisch. Er wordt gemord en gemopperd op de nieuwe rolverdeling. Want wat moeten kinderen zich voorstellen bij een verslaggever, een geluidsvrouw en een cameravrouw. Die horen toch helemaal niet bij het verhaal? We weten de gemoederen tot bedaren te brengen, door ze voor te houden dat ook nu nog niet alles vast staat. We laten de kinderen elkaar interviewen om zo meer te weten te komen over hun rollen. Het eerste wat iedereen verandert is de naam van het eigen personage. En daarna blijkt dat bijna ieder meisje een tutje van ongeveer 17 jaar wil spelen en dan het liefste met hakjes en tienerborstjes. Maar ja…dat willen we allemaal…. Nu begint het echte rollenspel en dat is prachtig om te zien. Het camera/geluid duo wil met lippenstiften aan de gang, de vrekkige slechterik wil armoedige kleren aan, de juf blijkt geknipt voor haar dubbelrol. De volgende afspraak met de kinderen is dat ze zo snel mogelijk hun eigen tekst uit hun hoofd leren. We beloven te trakteren als dat zover is.

Bravoure

Er zijn er twee of drie die inderdaad heel hard hebben geoefend en dat in les vijf ook duidelijk laten horen. Eén ervan is verrassend genoeg het meisje dat zich eerst niet zo liet zien. Wat een openbaring! En dus krijgt iedereen dit keer een ijsje. Onze clown heeft intussen ook een metamorfose ondergaan. Hij heeft een tekst die zich constant herhaald en daardoor erg grappig kan zijn. In het begin praat hij nogal zachtjes, waardoor hij moeilijk te verstaan is. Maar hoe meer we repeteren (hij oefent ook thuis heel veel!), hoe meer hij in zijn rol komt. En als hij door heeft dat mensen om hem lachen omdat hij grappig is en hem niet uitlachen, krijgt hij steeds meer de bravoure die zijn rol past. Anderen zijn in het begin heel tekstvast, maar zodra we de datum van de uitvoering naderen slaan ze dicht. Faalangst, dat is lastig! Hoe ga je daarmee om en hoe motiveer je iemand die het echt wel kan, maar niet meer durft. Een nieuwe uitdaging. Door uit te leggen dat we zien wat er aan de hand is, en dat we haar helemaal niet slecht vinden, weten we het gelukkig te doorbreken.

Echt toneelspelen

De eerste stukjes van de voorstelling zitten er al snel goed in, maar de tweede helft, daar valt nog heel wat op aan te merken. De souffleur krijgt het steeds drukker. Tot we doorhebben, dat de acteurs in de dop teveel op het voorzeggen gaan leunen. We laten de kinderen in hun sop gaarkoken en dan blijkt dat ze (soms met wat hulp en voorzeggen van hun medespelers) er toch best uit kunnen komen. Het komt hun spel zeker ten goede. Net als het feit dat we na een tijdje geen tekstboekjes meer willen zien. Lezen en spelen gaan nu eenmaal niet samen. Na een les of zeven nemen we de kostuums mee voor bijna alle kinderen. In de meeste gevallen zijn het hele gewone kleren, gekocht op Haagse Markt en bij de Wibra, maar voor hen en door hen worden het echte toneelkleren. Hoeden, petjes, sieraden, hoge hakken en klompen completeren het geheel. Het geeft een extra dimensie aan het spel. De opgevulde bh´tjes laten voor sommigen te lang op zich wachten, maar uiteindelijk komt dat ook helemaal goed.

Apenrots

De invulling voor de rol van het Smartboard laat lang op zich wachten. Uiteindelijk is er één jongen van buitenaf bereid om dat op zich te nemen. De eerste keer dat hij op de repetitie verschijnt, zijn we getuigen van een apenrotsgevecht. De nieuwe jongen moet duidelijk zijn plaats zien te veroveren in de roedel en de andere jongens laten zich door hem niet zomaar aan de kant schuiven. Een interessant nevenverschijnsel. Als de pikorde eenmaal duidelijk is, wordt het beduidend rustiger. De datum van de uitvoering nadert snel. Samen met ouders en kinderen gaan we een avond met karton en verf aan de slag om decorstukken te maken. Het is gezellig en handig om ouders bij het theaterstuk te betrekken. En hoe leuk is het om achteraf te kunnen zeggen dat jij met je moeder of vader de boom voor de aap hebt geschilderd, of de lijst voor de minister?

Van de nood een deugd

We hebben er lang over gedaan om vast te stellen hoe we het decor op het schoolplein zouden opbouwen. Het was niet zo moeilijk om decorplaten te regelen, maar daarna was de vraag hoe we die op school moesten krijgen. Uiteindelijk blijkt al dit denkwerk niet nodig te zijn geweest. Het weer is juist in de week van de uitvoering zo onstuimig, dat we noodgedwongen naar binnen moeten verhuizen. Dit is zowel voor de toneelspelers als voor ons een grote teleurstelling, maar uiteindelijk pakt het heel goed uit. We bouwen het decor op een hele creatieve manier in de repetitieruimte op met touwen en lappen en de kartonnen decorstukken. We kunnen nu wel minder toeschouwers kwijt, maar daardoor wordt het wel overzichtelijker en knusser. En onze geluids- en lichteffecten komen hier verder veel beter tot hun recht. Zo zie je maar weer, elk nadeel heeft zijn voordeel.

Vier voorstellingen

We kunnen de heel gezellige en leerzame repetitieperiode afsluiten met wel vier voorstellingen. De eerste is ’s avonds voor ouders, grootouders, broertjes, zusjes en andere belangstellenden. Het is nog een heel gedoe om iedereen op tijd geschminkt en aangekleed ten tonele te voeren, terwijl tegelijkertijd ook de eerste gasten naar hun plaatsen moeten worden gebracht. Maar zonder stress, met gezonde spanning kunnen we de première van “Operatie Smartboard” aankondigen. Het wordt een groot succes. Alles werkt (min of meer), de decors kloppen, de kinderen doen heel erg hun best en er wordt in de zaal veel gelachen. Operatie geslaagd! De kinderen worden overladen met complimentjes en het is mooi om te zien dat ze zo boven zichzelf uitstijgen. De volgende dag volgen nog drie optredens direct na elkaar en dat is een behoorlijke slijtageslag. Maar ook voor hun klasgenootjes en de hulpouders van school geven ze een paar prachtige voorstellingen. Waarbij, uiteraard, het nodige mis gaat (camera vergeten, bel vergeten te luiden, liniaal achter liggen, en hier en daar een stuk tekst), maar het enthousiasme blijft.

Het doek valt

School blij, ouders blij, toneelspelers blij, klasgenootjes blij, Wilke van Winden blij. En het mooiste compliment? De vraag waarin teleurstelling doorklinkt: “Hebben we nu dinsdag helemaal geen toneelles meer?” Nee, helaas, het is voorbij. Wat rest zijn een dvd en mooie herinneringen, maar er komen vast weer nieuwe lessen en nieuwe avonturen.

Laat een reactie achter

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.