Ik heb net achter elkaar een verzameling columns van Sylvia Witteman gelezen. Hilarisch en zo lekker verslavend. Alsof je een gigantische chocoladereep van Tony Chocolonely in een keukenkastje hebt verstopt en elke keer als je er weer zo’n ongelijk stukje van afbreekt jezelf wijsmaakt: Ja, maar dit is echt de laatste…
Alsof je elke keer opnieuw weer probeert dat level op Candy Crush Saga te halen, maar net een paar zetten te kort komt en dan moet stoppen omdat je levens op zijn, maar het niet kunt laten om toch uit je postbakje nog even een leven te accepteren dat je van één van je Facebook vrienden hebt gekregen. Je gaat stoppen. Echt! Maar dit is echt de laatste…
Zo verslavend dus. Je maakt in feite je volgende column aan met de vorige. Heerlijk.
Ik lees ook nog wel andere dingen, hoor. Nogal uiteenlopend, trouwens. Ik heb op strategische plekken in huis allerlei boeken liggen. De autobiografie van Joe Jackson (die nogal tegenvalt) ligt op mijn nachtkastje. In de badkamer ligt “Elke dag een boek”, een bijzonder verslag van een bijzonder jaar. De schrijfster nam zich voor om bij wijze van rouwverwerking iedere dag een nieuw boek te lezen. Uitstekende literatuur voor in bad. Daar valt een traan niet zo op. Je kunt altijd nog beweren dat het aan de penetrante lavendelgeur ligt dat je ogen vol- en weer leeglopen.
Beneden op de w.c. ligt al geruime tijd een boek over duurzaam ondernemen van Anne-marie Rakhorst. Het is òf niet helemaal juist geplaatst òf toch niet zo bijster pakkend. Ik heb in ieder geval niet de neiging extra lang te blijven zitten.
In de tuin lees ik de genoemde bundel van Sylvia Witteman, met mijn voeten in een koud badje. Als ik toch eens zo zou kunnen schrijven! (Stiekem denk ik dat ik dat wel kan, maar dat het me aan de discipline ontbreekt. Kijk maar eens op deze blog. Hoe lang is het geleden dat…)
In de huiskamer slingeren reisboeken ter voorbereiding op de zomervakantie en… Tonio van A.F.Th. Een boek dat ik wel al durfde te lenen, maar waarvoor het lezen nogal wat moed vergt. Al valt dat natuurlijk in het niet bij de moed die de schrijver moet hebben gehad om zo’n boek te maken. Een requiem voor je enige zoon. Dat moet wel een heftig verhaal zijn. De kans is daarom groot dat ik het na 3x verlengen en een boete alsnog ongelezen, met het schaamrood op de kaken, terugbreng. Of valt het mee?