Op 16 april 2016 hebben ruim 700 mensen toeschouwers en zo’n 70 deelnemers in Schipluiden kunnen genieten van de nieuwe musical Gerommel in het Rusthuis. Ik ben vanaf het begin betrokken geweest bij het maken en uitvoeren van de musical. De vraag die mij regelmatig gesteld is: “Hoe doe je nu zoiets?” wil ik hier graag beantwoorden.
Hoe schrijf je een musical?
De arena
In het voorjaar van 2015 werd ik gevraagd of ik weer mee wilde werken aan een nieuwe musical, de opvolger van Gedoe aan de Gaag. Er lag op dat moment al een vaag idee: het moest iets zijn met bejaarden en grappige versprekingen. Daarnaast was het een voorwaarde dat het zich in de toekomst in Schipluiden moest afspelen. Zo kwam de “arena” (plaats en tijd waarin het zich afspeelt) een particulier rusthuis in de nabije toekomst tot stand.
De personages
Aan de hand hiervan ben ik met een enthousiast clubje mensen met veel fantasie gaan brainstormen. Welke personages zouden in deze arena het beste tot hun recht komen? Voor het drama en ook de gulle lach is het belangrijk dat de karakters in een verhaal zo veel mogelijk van elkaar verschillen, zowel uiterlijk als innerlijk. Ze moeten in verschillende relaties tot elkaar staan, positief en negatief, want conflicten stuwen het verhaal vooruit. Wat het schrijven van een dorpsmusical extra leuk maakt, is dat je bestaande personen en situaties erin kunt verwerken. Dit zijn ook vaak de acties en dialogen die de meeste reactie oproepen bij het publiek.
Het plot
Met alleen personages is er geen verhaal. Er moet een beginpunt zijn en een eindpunt. Een dramatische situatie, in dit geval nummer 35 uit het boekje “De 36 dramatische situaties” van Jan Veldman: Hereniging met een verlorene. De verlorene is Maria, die als een diva terugkomt uit het verre LA. Ze verstoort het broze evenwicht tussen de met elkaar samenwonende ouwetjes. Zoals Oscar het zegt: “Zes is veel, zeven is tè veel. Ik vertrek.” Hoe het evenwicht weer hersteld gaat worden, is onderwerp van het middenstuk van de musical. Deze gegevens ben ik verder gaan uitwerken.
De liedjes
Ik had een hele organische samenwerking met liedjesschrijver Lex Rutgers. We hebben geprobeerd om de broodnodige informatie zo efficiënt mogelijk bij het publiek te krijgen. Een noodzakelijk kwaad, want de voorstelling mocht hooguit vijf kwartier duren. Vanaf de zomer kreeg ik regelmatig nieuwe liedjes opgestuurd en stuurde ik hem de laatste versie van opzet en script. Liedjes, dialoogtekst en handelingen sluiten daardoor heel goed op elkaar aan. Los van elkaar zijn ze ook leuk om te lezen of te luisteren, maar dan mis je een deel van het verhaal. We bleven elkaar tot het einde toe inspireren met onze creatieve invallen.
Het einde
Na de zomervakantie heb ik het verhaal in stukken verdeeld, in aktes en scènes. Samen met regisseuse Simone Grooters liep ik alle scènes langs om te zien of ze genoeg drama en conflict bevatten. Iedere scène zonder dat is eigenlijk nutteloos en moet of herschreven of geschrapt. Wat in dit stadium van het proces ook heel belangrijk was, was het bepalen van het slot. Bij het vorige project is dat te lang blijven liggen, zodat we bij het starten van de repetities eigenlijk nog niet precies wisten hoe de musical moest gaan eindigen. Het einde moest leuk, hartverwarmend en enigszins origineel zijn. Het heeft wat hoofdbrekens gekost en een oplettende kijker ziet ook dat het tijdsverloop niet helemaal klopt, maar het vertrek van de Golden Oldies on tour bleek een klapper.
Spelers en zangers gezocht
Eind oktober was de eerste versie van het script klaar. Op dat moment ging ook de pr-machine draaien, werden subsidieaanvragen uitgestuurd en zijn we toneelspelers en zangers (m/v) gaan werven. Door het succes van de vorige editie (waarin we zelfs een kinderstop moesten hanteren) viel de opkomst in eerste instantie een beetje tegen. Gelukkig hadden we ruim de tijd om publiciteit te genereren. Het aantal aanmeldingen was dan wel kleiner dan de vorige keer, de groep is wel grotendeels compleet gebleven. Bij Gedoe aan de Gaag was het verloop een stuk groter, maar dat lag waarschijnlijk aan het lange repetitietraject.
Kick-off
Op 22 november was het moment van de waarheid: de kick-off, waarbij iedereen die zich had opgegeven was uitgenodigd. De eerste liedjes werden ten gehore gebracht, het verhaal werd uit de doeken gedaan en het moordende tijdschema gepresenteerd. Gelukkig was het gevoel binnen de groep direct goed. En hoewel het inmiddels tweeënhalf jaar geleden was dat we in Het Scouthout repeteerden voor Gedoe aan de Gaag leek het alsof het gisteren was. Veel bekende, maar ook veel nieuwe gezichten en veel animo voor de verschillende rollen. Toch was er één grote uitdaging: een mannentekort.
Puzzelen
Daarna sloegen Simone en ik aan het puzzelen: wie krijgt welke rol? En welke mannenrol zou ook een vrouwenrol kunnen worden? We besloten al snel unaniem tot een sluitende rolverdeling. In de kerstvakantie kregen de spelers het kersverse script toegestuurd om zich voor te kunnen bereiden. En nog steeds volgden er meer liedjes, waaronder het ‘Stel je voor lied’ waarin kinderen hun alter-ego direct bij de start van de musical introduceren. In identieke kleding, een sublieme vondst, perfect uitgevoerd door het duo dat de kostuums heeft verzorgd.
Repeteren
Op 17 januari begon de repetitiemarathon: 10 zondagen lang van 14 – 17 uur in het Scoutinggebouw, daarna nog twee repetitiemiddag/avonden op locatie en een hele zaterdag opbouwen, repeteren en opvoeren. Op de eerste zondagmiddagen waren koorleden en toneelspelers van elkaar gescheiden aan het repeteren. Dat komt het spel en inleven ten goede en zorgt ervoor dat iedereen niet zo lang hoeft te wachten. Ook dat is iets wat geleerd hebben van het vorige project. En hoewel het script begin januari klaar was, zijn er daarna nog veel definitieve versies gevolgd.
Regie-assistente
Met Gedoe aan de Gaag was ik koorlid, en afgezien van een enkele aanpassing die ik moest maken in de tekst, heb ik me niet zoveel met het toneel bemoeid. Ik kon ook meer als een buitenstaander toekijken op het proces en genieten van alles er omheen. Bij Gerommel was ik de rechterhand van Simone. Als regie-assistente hield ik bij welke aanwijzingen er gegeven werden, waar we op moesten letten, welke decorwisselingen er waar moesten plaatsvinden, zorgde ik ervoor dat iedereen filmpjes had van de dansjes, dat er foto’s werden gemaakt etc. Een veel intensiever traject, dus. Waar ik heel veel van geleerd heb. Wat ik af en toe ook heel moeilijk vond. De verantwoordelijkheid kostte me veel energie, maar de zondagen zelf leverden nog meer energie op.
Een trip
De dag van de vier uitvoeringen (een generale en drie voor publiek) op 16 april was voor mij één grote trip. Als een koningin zat ik op de eerste rij, tot tranen geroerd op sommige momenten, hikkend van het lachen op andere. Tussendoor gaf ik de laatste aanwijzingen, souffleren was tijdens de voorstellingen onbegonnen werk. Het was ook niet echt nodig. Alle spelers stegen boven zichzelf uit en werden elke voorstelling beter. Alleen bij de kinderen begon rond 22 uur de vermoeidheid echt toe te slaan. De afterparty was voor mij en anderen een heerlijke uitlaatklep. Een uurtje dansen, meer kon ik ook niet meer aan, maar ik ging met een grote grijns naar huis. En op die grijns kun je me nog steeds af en toe betrappen.
Bewondering
Iedereen heeft vooraf en op de dag zelf keihard gewerkt, maar mijn grootste bewondering geldt voor Charles en Ruud van de productie en Simone van de regie. Zij hebben er op 16 april voor gezorgd dat ik die koningin kon zijn. Mijn dank is groot!
Pingback: Speel je rol op het toneel - José van Winden Tekstproducties
Pingback: Na Sores komen de kraamtranen - José van Winden Tekstproducties