(deze blog is eerder geplaatst op gezinspiratie)
Je kunt er de klok op gelijk zetten. Zodra de einde van het jaar nadert, duikt het onderwerp op in de eindejaarsbijlagen van de krant en de dubbeldikke kerstnummers van de damesbladen: de etiquette van het zoenen. Wie zoen je wel en wie zoen je niet? Ik vind dat niet alleen lastig op kerst- en nieuwjaarsborrels, maar ook op verjaardagen, uitvaarten en bruiloften en partijen. Zo was ik laatst op een crematie waarbij ik de ene tante of nicht wel zoende en de andere niet. En waarom? Ik weet het niet. Maar later voelde ik me er toch een beetje lullig over. Het is gevoelige materie voor ons, maar zeker zo lastig voor kinderen.
Dikke pakkerd
Zolang onze jongens klein waren, volgden ze (in dit geval) nog keurig de instructies op. Zeg maar dag tegen oma en opa betekende: geef ze maar een kusje. En braaf staken ze hun lippen toe. Bij andere familie en hele goede vrienden idem dito. En hoe vertederend waren de momenten waarop ze hun vriendje of vriendinnetje een dikke pakkerd gaven. We hoorden de kerkklokken bij wijze van spreken al luiden.
Glashelder
Onze oudste deed als peuter al helemaal niet moeilijk over een kusje meer of minder. Dat ging soms wat ver. Toen, na een inbraak, de vertegenwoordiger van de verzekering de schade had opgenomen en in de gang zijn lange jas had aangetrokken, kreeg hij prompt een zoen op zijn wang. “Zeg je nog even dag tegen de meneer?” had ik in mijn onschuld gevraagd. Ik stond met het schaamrood op de kaken, maar de glasheldere polis keerde direct alles uit.
Ferme handdruk
Wellicht heeft zoonlief toch wat van mijn ongemakkelijkheid opgevangen, want hij wilde al vrij snel mij zelfs geen kus meer geven bij het afscheid op school. “Mam, ik zwaai wel.” En als tiener wil hij zelfs geen nachtzoen meer. Ik ga er vanuit dat hij het later wel weer in haalt, tenslotte zien we nu ook steeds meer mannen elkaar gedag zoenen. Houd het voorlopig maar bij een ferme handdruk met uitgestrekte hand. Wel zo duidelijk.