Ik schreef al eens eerder dat de mooiste boeken degene zijn die je moeten veroveren. Na het lezen van de eerste pagina’s van zo’n verovering schreef ik dit: “Ik lees Kapitaal van John Lancaster en walg van de overdaad, de decadentie. Ik weet niet of ik het boek wel uit krijg.” Gelukkig heb ik doorgezet.
Ik voelde in het begin een enorme aversie tegen één van de sleutelfiguren, een geldverkwistende, verwende vrouw, wiens man in de City bakken met geld verdient. Ze heeft geen idee wat hij uitspookt, is zelf alleen maar aan het shoppen en werk aan het delegeren aan hun Hongaarse au pair, huishoudster en Poolse klusjesman. Deze walging zegt vast meer over mij en mijn afkeer van geld en verkwisting, dan over het boek zelf. Dat ik toch door ben blijven lezen heeft te maken met een belangrijke troef van Kapitaal: het is een mozaïekvertelling.
Sympathieke personages
De levens van verschillende kleurrijke en over het algemeen sympathieke personages worden in fragmenten beschreven. Ogenschijnlijk hebben ze niet veel met elkaar te maken. De wisseling van fragmenten en perspectief maken het boek nogal ingewikkeld. Het duurt even voor je doorhebt bij het begin van een nieuwe hoofdstuk met wie je ook alweer te maken hebt. De rode draad tussen deze verhalen is dat ze zich afspelen op en rond het Zuid-Londense Pepysroad. En dat op ieder adres een mysterieuze brief wordt bezorgd.
Het boek is een schets van deze tijd, van de verworvenheden, de luxe, maar ook de botsing van culturen en de wreedheid ervan. Zonder dat je het doorhebt, sta je plotseling middenin de multiculturele samenleving. Toch geeft het geen oordeel, er spreekt geen verontwaardiging of boosheid uit de beschrijvingen. Nee, het is vooral een boek dat duidt en vol mededogen en sympathie scènes laat zien uit het leven een jong Afrikaans voetbaltalent, een vluchtelinge uit Zimbabwe, een Pakistaanse familie, een bejaarde Engelse dame, een anonieme kunstenaar.
Geen boosheid, maar mededogen
Ondanks alles, de ellende die mensen kan overkomen door domheid, jaloezie, angst of kortzichtigheid van anderen, of soms door domme pech, spreekt er een optimisme uit het boek. Geen boosheid, geen agressie, maar soms een meewarig: “Ach, ja, zo zijn mensen nu eenmaal. Ze zijn misschien dom en kortzichtig, maar ze bedoelen het niet zo. Ze zijn niet slecht. En uiteindelijk doen we allemaal gewoon ons best.” Er was maar één verhaallijn, waarbij ik wel een gevoel van verontwaardiging voelde opborrelen tegenover het “systeem”.
Er spreekt liefde en verbondenheid uit met elkaar en met de stad, de smeltkroes van de wereld, Londen. Daarin zie ik een overeenkomst met de tv-serie A’dam e.v.a. en de film Love Actually. Een genre en een manier van vertellen die me blijkbaar heel erg aanspreekt. Ik begreep eerst de titel niet zo goed. Ik vond het Kapitaal de lading niet zo dekken. Tenslotte gaat het niet alleen maar over geld en de bankencrisis. Maar als je het over menselijk kapitaal hebt, dan past de titel wel heel goed. De originele Engelse titel Capital focust dan weer meer op de stad, de arena waar alles zich afspeelt. Er is voor allebei wel iets te zeggen.
Fragmenten
Wat ik als schrijver heel knap vind, is het fragmentarische vertellen. Belangrijke stukken uit het leven van de hoofdpersonen worden uitvoerig tot in de sprekende details beschreven, maar soms ontbreekt de afloop van het verhaal. Toch is dat niet erg, want na uitstapjes naar andere verhalen en een soms grote sprong in de tijd, wordt in het vervolg wel duidelijk wat het resultaat is van de afloop. Ook daarbij kost het af en toe wat moeite om weer in het verhaal te komen, maar de wendingen houden de lezer bij de les.
Uit Kapitaal
Dit vond ik een mooi metafoor voor de lichtvoetigheid van het boek, maar ook voor het leven:
“Je zag nu heel duidelijk dat een huis een toneeldecor was, een plek waar het leven zich afspeelde, eerder dan dat een huis iets was wat op zichzelf stond… Ook het huis wachtte op iets nieuws; het wachtte op de opvoering van een nieuwe productie.” P.510 (ja, het is wel een dik boek!)
Misschien is dat het: we spelen allemaal onze eigen rol in een real-life soap. De decors veranderen, personages komen en gaan en we moeten allemaal mee met onze plotwendingen, maar uiteindelijk is het allemaal maar spel.
Een roman om over na te denken, maar vooral om te lezen!