In oktober 2010 kreeg ik het eerste idee voor een verhaal over een zussenweekend. Pas zeven jaar later zag mijn debuutroman Weekendje Weg het daglicht. Dat kan sneller, bedacht ik me, toen het stof na de lancering weer naar beneden was gedwarreld en de roze wolk was opgetrokken. Het was me alleen nog niet duidelijk hoe.
Tactiek
De vraag naar een vervolg of een nieuwe boek van mijn hand is groot bij de lezers. Tot een maand geleden antwoordde ik ontkennend op de vraag of ik alweer een boek aan het schrijven ben. Ik had nog genoeg andere dingen aan mijn hoofd, maar plotseling sloeg dat om en sindsdien word ik weer vergezeld door twee personages en krijg ik continu ideeën voor de afwikkeling van een plot. Tijd dus, om weer te beginnen. Maar dan wel graag iets efficiënter.
Vertelvorm kiezen
Wat helpt, is dat ik nu vrijwel direct voor een medium, genre en vertelvorm heb gekozen. Bij Weekendje Weg zwalkte ik van blogfeuilleton, via filmscript naar roman en wilde ik het verhaal vanuit de perspectieven van alle zussen laten zien. Dat heeft ervoor gezorgd dat ik veel tijd moest steken in het herschrijven. Ik heb me nu voorgenomen om een thriller te schrijven vanuit het perspectief van het slachtoffer afgewisseld met het perspectief van de dader. Dat geeft me houvast. En gaat me bij het herschrijven tijdwinst opleveren. Dat hoop ik tenminste.
Scrivener
Ik schrijf niet langer in Word, maar maak gebruik van een programma dat is ontwikkeld voor het schrijven van boeken of andere lange teksten: Scrivener. Het grote voordeel hiervan is, dat je alle research, personagedossiers, scènes en wat er verder ook in je hoofd op komt tijdens het schrijven op één plek kunt noteren. Alle input komt samen in een projectmap, je raakt het niet kwijt en je kunt dingen ook gemakkelijk verplaatsen. Omdat ik nog niet helemaal in mijn hoofd heb waar mijn verhaal naartoe gaat, noteer ik alles. Ik zie later wel wat ik ga gebruiken en wat niet.
Broedtijd
Toch is snelheid niet in alle gevallen goed. Ik geloof heel erg in broedtijd. Een verhaal moet rijpen, je moet er een tijdje op kauwen en het daarna weer wegleggen, je moet er in alle rust op kunnen broeden. Er waren maanden dat mijn boek in de ijskast lag. Er waren maanden dat ik er niet eens aan dacht. Maar als ik het dan weer tevoorschijn haalde, werd ik zelf weer gegrepen door de personages en hun verhalen. Zodra ik een goed einde had bedacht, ging het snel. Misschien is dat nu nog wel de eerste grote uitdaging bij een tweede boek: een verrassend, aangrijpend, adembenemend slot bedenken. Hoeveel broedtijd me dat nog gaat kosten, valt nog te bezien. Maar als dat er is, dan word ik toch efficiënt!
Pingback: Lichter - José van Winden Tekstproducties