Gisteren, tijdens de startdag van de lerarenopleiding, werd mij een hele belangrijke vraag gesteld waar ik even op heb moeten broeden.
De vraag was: waarom Engels? Waarom wil je pubers de ins & outs van dat vak leren? Waarom ben je zelf een Anglofiel?
Daar zijn verschillende redenen voor:
- muziek. Ik hou van Britpop, van Beatles and Stones, via de Indiepop uit de jaren 90 van Blur en Pulp tot Arctic Monkeys en Ed Sheeran en noem ze maar op. Maar ik word ook blij van de muziek van Händel. Een van mijn hoogtepunten van een bezoek aan Londen drie jaar geleden was de bezichtiging van het Händel/Hendrix House, waar ik me kon onderdompelen in de sfeer en alle parafernalia van zowel Georg Friedrich Händel als Jimi Hendrix.
- film. De beste romcoms, met de perfecte combinatie van romantiek en humor worden sinds jaar en dag in het Verenigd Koninkrijk gemaakt.
- speurders. Er gaat toch niets boven Sherlock Holmes, Miss Marple, Vera of Inspector Morse? (al kunnen Denen, Zweden en IJslanders er ook wat van…)
- absurdisme. Monty Python, Blackadder, The Office. Ach, wat zou de tv saai zijn zonder de BBC.
- literatuur. Ian McEwan, Hillary Mantel, William Shakespeare, In Flanders Field, maar ook Roald Dahl en Harry Potter.
o.k. deze lijst wordt te lang.
Dan is er natuurlijk nog de taal zelf. Die vond ik super moeilijk om te leren in de brugklas. Ik ergerde me er bovendien aan dat je ik/I met een hoofdletter schrijft. Daar was ik veel te bescheiden voor. Toen eenmaal het kwartje viel en ik kon accepteren dat klank en spelling vaak niets met elkaar te maken hebben (je kunt ‘fish’ ook schrijven als ‘ghoti’, wist je dat?) werd ik gegrepen door de taal en zag ik de schoonheid ervan. Maar waarom dan?
Nuance
Mijn docent dacht hardop mee over de reden waarom ik de taal zo mooi zou vinden en kwam met de stelling dat er veel meer woorden zijn in het Engels dan in het Nederlands. Voor iedere nuance is een ander woord, lijkt het wel. Ik kwam twee standpunten hierover tegen bij dezelfde vraag:
De Engelse woordenschat is de optelsom van de Germaanse woordenschat die de Angelen en de Saksen invoerden en de Franse woordenschat die Willem de Veroveraar meebracht. Daardoor zijn er vaak twee woorden om een gelijksoortig begrip aan te duiden. Wat de nuance vergroot. Wellicht is door invloed van het Welsh – dat de oorspronkelijke bevolking spreekt – de woordenschat nog verder uitgebreid. Dat geeft reden aan te nemen dat de Engelse taal een grotere woordenschat heeft dan de Nederlandse.
maar ook:
Nee. In het Nederlands kun je woorden oneindig aan elkaar blijven plakken, dus er zijn oneindig veel woorden in het Nederlands. In het Engels kan dit niet. Het aantal woorden in het Engels is in 2011 door o.a. Google geschat op ongeveer 1 miljoen. Tot voor kort had het Nederlands het grootste woordenboek ter wereld: het Woordenboek der Nederlandsche Taal (WNT) met meer dan 430.000 woorden. Dit is op 24 maart 2011 ingehaald door het Oxford English Dictionary (OED) met ongeveer 600.000 woorden.
https://www.startpagina.nl/v/kunst-cultuur/taal/vraag/292990/engelse-taal-grotere-woordenschat-nederlandse/
De eerste opmerking vind ik een mooie. Ik ben dol op woorden uitpluizen en verbanden zien tussen verschillende talen. Bij woorden in het Engels kan het dus zowel teruggaan naar het Angelsaksisch als naar het Latijn. In het Nederland heb je misschien technisch gezien meer woorden, omdat je woorden aan elkaar kunt plakken, maar je hebt vaak wel meer woorden nodig om een bepaalde nuance uit te drukken. Je moet dingen omschrijven, die je in het Engels met een woord kunt zeggen. Vergelijk een Engels boek of artikel maar eens met de Nederlandse vertaling.
Speels
Wat ik het allermooiste vind aan het Engels, is dat je er zo speels mee om kunt gaan, het is zo playful. Kijk maar eens naar de krantenkoppen, waar zo vaak een dubbele betekenis de spijker op de knop slaat.
Mijn enthousiasme voor dit soort dingen hoop ik de komende jaren voor de klas te kunnen overbrengen. Dan blijven natuurlijk nog de natuur en de geschiedenis over, maar die bewaar voor een volgende keer ;-).